Gezondheid in Beeld

Samenvatting

Terug naar ‘Vaccinaties’

In Amsterdam zien we in de cijfers over verslagjaar 2020 (deze cijfers zijn verzamelend in 2019 en begin 2020) een licht stijgende lijn in de vaccinatiegraad bij bijna alle vaccinaties, vergeleken met verslagjaar 2019:

  • Zuigelingen:
    Het totaal percentage per vaccinatie voor zuigelingen (2 jaar) is voor de gemeente Amsterdam voor alle verschillende vaccinaties licht gestegen ten opzichte van vorig jaar (variërend van 0,1 tot 0,4%).

    Het percentage ‘volledig gevaccineerde zuigelingen’ is nu 86,7%. Vorig jaar was dat percentage 86,3%.
  • Flinke stijging HPV-vaccinaties.
    Het percentage voor de HPV vaccinatie is van 36% in vorig jaar gestegen naar 42,5%. Dat is een absolute stijging van 6,5%.
  • Schoolkinderen:
    Voor de schoolkinderen (10 jaar) geldt dat de percentages voor alle verschillende vaccinaties gestegen zijn ten opzichte van vorig jaar.

Toch liggen de Amsterdamse en de landelijke vaccinatiegraden nog wel onder de doelstellingen die de Wereldgezondheidsorganisatie (WHO) hanteert voor ‘groepsbescherming’.  Voor de bof, mazelen en rodehond (BMR) is de doelstelling 95% en voor de meeste andere vaccinaties 90%. Wanneer voldoende kinderen gevaccineerd zijn, lopen zijzelf, maar ook (nog) niet gevaccineerde kinderen minder risico om ziek te worden.

Grote verschillen tussen groepen Amsterdammers
Deelname aan het Rijksvaccinatieprogramma is het grootst onder kinderen en jongeren zonder migratieachtergrond. De cijfers op gebiedsniveau maar ook de resultaten van het onderzoek van GGD Amsterdam, Stichting Amsterdamse Gezondheidscentra (SAG) en het Rijksinstituut voor Volksgezondheid en Milieu (RIVM) laten zien dat de verschillen tussen groepen Amsterdammers groot zijn. In bepaalde gebieden is sprake van een lage vaccinatiegraad, vooral in stadsdeel Nieuw-West.

Amsterdam heeft sinds 2015 de laagste HPV vaccinatiegraad van het land. Uit onderzoek blijkt onder meer dat we extra moeten inzetten op het verhogen van de HPV vaccinatiegraad onder Turkse en Marokkaanse meisjes. Doordat we sinds kort de vaccinatiegraad op wijkniveau weten, kunnen we in wijken waar de vaccinatiegraad zorgelijk laag is gerichte interventies gaan inzetten. Deze informatie is belangrijke input voor de aanpak van de verhoging vaccinatiegraden en de inzet van de Jeugdgezondheidszorg (JGZ).

Samenwerking Amsterdam, Rotterdam, Den Haag en Utrecht (G4) en RIVM

De deelname aan het Rijksvaccinatieprogramma (RVP) in Amsterdam, Rotterdam, Den Haag en Utrecht is het hoogst onder kinderen en jongeren uit gezinnen zonder een migratieachtergrond. De verschillen met jongeren uit gezinnen met een migratieachtergrond zijn het grootst bij de vaccinaties voor 14-jarigen tegen baarmoederhalskanker (HPV) en meningokokken (MenACWY).

Jongeren met een Turkse en Marokkaanse migratieachtergrond blijken het minst gevaccineerd te zijn tegen HPV en meningokokken. Daartussen zitten de jongeren met een Surinaamse, Arubaanse, Antilliaanse en overige migratieachtergrond. Het is voor het eerst dat een analyse van de vaccinatiegraad naar verschillende migratieachtergronden is uitgevoerd.

Het was bekend dat de vaccinatiegraad van kinderen en jongeren in de G4 lager is dan het landelijke gemiddelde. Vanuit de jeugdgezondheidszorg werden in de 4 grote steden zorgen geuit over het achterblijven van deelname aan het RVP van kinderen en jongeren met een migratieachtergrond. Daarom heeft de G4 deze analyse laten uitvoeren. Aanvullend hierop wil de G4 nu, in samenwerking met het RIVM en het ministerie van VWS, en samen met (vertegenwoordigingen van) migranten verder onderzoeken wat de achterliggende redenen zijn van de verschillen in vaccinatiegraad. Doel is het realiseren van een hogere deelname aan het RVP.

Lokale aanpak

Alle 4 de steden willen dat kinderen en jongeren in vrijheid, veilig en gezond kunnen opgroeien en hebben een lokale aanpak om de vaccinatiegraad te verhogen. Ervaringen worden daarbij gedeeld. Ook vindt tussen de 4 steden uitwisseling plaats van onderzoeken en beleidsideeën.